Backpacken Maleisië

Maleisië was eigenlijk nooit een land dat hoog op mijn lijstje stond. Op de een of andere manier sprak het me niet echt aan. Toen ik voor mijn reis naar de Filipijnen en Japan een goedkoop ticket vond naar Kuala Lumpur, de hoofdstad van Maleisië, besloot ik twee nachten in Kuala Lumpur door te brengen voordat ik op het vliegtuig naar de Filipijnen zou stappen. Benieuwd naar de rest van Maleisië werden 2 nachten uiteindelijk 2 weken! Maleisië is een fijn land waar je als solo reiziger eenvoudig alleen kunt backpacken en kunt genieten van cultuur, strand en heerlijk eten.

Mijn route door Maleisië in 2 weken

Maleisië is een echte mengelmoes van culturen. In het land dat vroeger een kolonie was van de Britten vind je Maleisiërs, Chinezen, Indiërs en Arabieren. Ongeveer 60% van de bevolking is islamitisch en vrouwen zijn vaak bedekt gekleed. Als toerist kun je prima wat luchtiger gekleed, maar je zult hiermee wel wat meer de aandacht trekken. Engels is na het Bahasa (dat ook in Indonesië gesproken wordt) de tweede taal in Maleisië, waardoor het makkelijk communiceren is met de locals. In Maleisië vind je veel leuke hostels waar je gemakkelijke andere backpackers ontmoet. Verder is het openbaar vervoer goed geregeld, wat het reizen erg eenvoudig maakt. Handig zijn ook de taxi diensten zoals Uber of Grab (de Aziatische variant van Uber) die in Maleisië helemaal niet zo duur zijn!

Nieuw bij Uber? Meld je aan voor €5 korting op je eerste rit.

Kuala Lumpur
Over Kuala Lumpur wist ik eigenlijk maar twee dingen; ik had gehoord dat je er goed kon eten en ik kende natuurlijk de Petronas Towers van foto’s. Een vriendin raadde me aan in de wijk Bukit Bintang te verblijven, dat bleek een goede keus. Ik vond deze wijk leuker dan het bij backpackers populaire Chinatown. In Bukit Bintang vind je de bekende ‘Jalan Alor’ een straat met enorm veel restaurantjes met vrolijk gekleurde plastic stoeltjes en tafels. Een andere bekende straat in Bukit Bintang is Changkat. Dit is dé ‘barstreet’ van Kuala Lumpur waar tot in de late uurtjes gefeest wordt. Natuurlijk moet je als in je Kuala Lumpur bent, ook de Petronas Towers zien. Je kunt er ook naar boven maar dat is vrij prijzig en je moet er vroeg bij zijn voor tickets (via de website of ’s ochtends bij de towers zelf). Naast de torens vind je een mooi aangelegd park met vijvers en zelfs een zwembad. ’s Avonds heb je een prachtig uitzicht over de torens vanaf het helicopterplatform van de hippe Heli Lounge Bar op de 36ste verdieping. Deze bar is zeker een bezoekje waard!

Hosteltip: Sunshine Bedz. Veel drukte en leuke sociale sfeer maar dankzij de gezellige eigenaar Patrick wel stil na elf uur ’s avonds.

Langkawi
In plaats van vanuit Kuala Lumpur naar de Filipijnen te vliegen boekte ik een enkeltje naar Langkawi voor nog geen €17. Ik vloog vanaf het kleine vliegveld van Kuala Lumpur, Sultan Ahmet Subang (dit vliegveld is echt een aanrader, veel minder druk en sneller te bereiken per Uber of taxi) met een propellervliegtuigje naar het eiland Langkawi. Hier sliep ik in het relaxte guesthouse Soluna op nog geen 10 minuten lopen van Cennang beach. Op de tweede dag huurde ik een scooter om het eiland te verkennen. Ik reed naar het prachtige Tanjung Rhu strand met wit zand en helder water en tegen de einde van de dag reed ik helemaal naar boven op de berg Gunung Raya. Een fantastische route met veel bochten, groen en mooie uitzichten. Ik was hier tegen het einde van de dag en heb veel apen gezien, zelfs twee Dusky Leaf monkeys die ik nog nooit had gezien!
Elke donderdag is er in de buurt van Cennag beach een night market waar je heerlijk kunt eten voor een paar euro.

Hosteltip: Soluna guesthouse

Georgetown, Penang
Na Langkawi besloot ik door te reizen naar de stad Georgetown op het eiland Penang. Het leek me wel makkelijk en snel om met het vliegtuig te reizen in plaats van de boot, maar dit bleek geen goed idee. Ten eerste had mijn vliegtuig een uur vertraging en ten tweede is het verkeer in Penang enorm druk. Ik zat ruim een uur in de bus van het vliegveld naar het centrum. De plek waar de ferry aanmeert daarentegen ligt op minder dan 10 minuten van het centrum. Georgetown zit vol met leuke, hippe koffiebarretjes en eettentjes maar je kunt er ook heerlijk Indiaas eten in Little India, bijvoorbeeld in het restaurant Woodlands. Red Garden Food Paradise is, zoals de naam al verraadt, een waar paradijs voor elke foodie. In deze foodcourt/nightmarket is werkelijk van alles te krijgen! Naast lekker eten, kun je in Georgetown ook mooie oude koloniale gebouwen vinden en bijzondere streetart.

Er zijn een stuk of 20 muurschilderingen die deel uitmaken van een project dat ‘Mirrors George Town’ heet. Daarnaast zijn er ook nog eens 51 stalen kunstwerken die elk iets over de geschiedenis van de straat waarin ze zich bevinden, vertellen. In de avond zijn deze kunstwerken verlicht.

Hosteltip: The 80’s Guesthouse

Naast deze drie plekken zijn er nog een heleboel andere plekken in Maleisië die de moeite waard zijn om te bezoeken. Denk bijvoorbeeld aan de theeplantages in de Cameron Highlands, het regenwoud van de Taman Negara, duiken op de Perhentian eilanden of het avontuurlijke Borneo. Ben jij weleens op vakantie naar Maleisië geweest?