Op het eiland Koh Chang in Thailand start ik mijn zoektocht op Workaway naar een plek om vrijwilligerswerk te doen in Cambodja. Tijdens een eerder bezoek aan dit land ben ik erg onder de indruk geraakt van de trieste geschiedenis (tijdens de genocide in de jaren 70 werden meer dan twee miljoen mensen vermoord) en de gastvrijheid en het optimisme van de mensen. Nu ik de tijd heb, wil ik dit land beter leren kennen en iets doen waarbij ik onderdeel uit maak van het gewone leven.
Vrijwilligerswerk in Cambodja
Ik vind twee advertenties van scholen die op zoek zijn naar vrijwilligers voor Engelse les. Ik besluit ze beide een email te sturen waarin ik vertel over mijn fascinatie voor Cambodja en uitleg waarom ik denk dat ik geschikt ben om Engelse les te geven ondanks mijn gebrek aan relevante werkervaring. Ik schrijf dat ik in Engeland gestudeerd waardoor ik de taal goed beheers, dat ik me makkelijk aan pas en dat ik een doorzetter ben en klik dan op verzenden. Nu maar afwachten of ze iemand zoals ik kunnen gebruiken.
Al snel ontvang ik van beide scholen een enthousiaste reactie. Het fijnst verloopt het contact met Sopheap. Hij spreekt goed Engels en geeft geduldig antwoord op al mijn vragen. Sopheap is de directeur van BCDO, een plek waar kinderen en jongeren van alle leeftijden na school of werk naar toe komen om dagelijks een uur Engels te leren. Sopheap stuurt een handleiding met informatie over de organisatie, het aantal lessen per dag en de kosten (€5 per dag voor eten en overnachtingen). De school is gevestigd in een klein dorp op het platteland. In de wijde omtrek is geen pinautomaat en geen westers eten te vinden. Ook schrijft Sopheap wat ik kan verwachten van de accommodatie en voorzieningen: gedeelde kamers met een eenvoudig bed en klamboe, ‘buckets showers’ (je gebruikt een klein bakje om water over jezelf heen te gooien uit een grote emmer water) en hurktoiletten (die je doorspoelt door er water in te gooien). Oh jee, denk ik; hurktoiletten, geen stromend water, dat klinkt allemaal wel heel erg basic… Maar tegelijkertijd bedenk ik me dat dit eigenlijk precies is wat ik wilde, meemaken hoe de mensen hier leven en ik mail Sopheap dat ik volgende week kan beginnen.
Vanaf Koh Chang neem ik een boot en bus naar Cambodja. Ik breek de reis op in twee delen en slaap die nacht net over de grens in Koh Kong waar ik nog een nachtje geniet van een hotelkamer met kingsize bed en eigen badkamer voordat ik ‘back to basic’ ga. Sopheap mailt dat er de volgende ochtend geen minibussen vanuit Koh Kong City zullen vertrekken, in de middag misschien. Hmm, dat klinkt wel heel vaag… Ik merk dat ik een beetje zenuwachtig begin te worden nu het allemaal zo dichtbij komt en ik nog steeds niet weet waar ik precies naar toe ga. Ik weet dat de school in een dorp in de middle of nowhere is maar ik vind de naam van het dorp op geen enkele kaart van Cambodja terug. Bijna niemand spreekt hier Engels, hoe zorg ik ervoor dat ik morgen op tijd in de juiste bus zit? Straks kom ik op de verkeerde plek aan, wordt het al donker en zijn er geen hotels. Stress! Ik bel mijn moeder om nog één keer met haar te bespreken of dit nou wel zo’n goed idee is. Hoewel zij ook haar twijfels moet hebben, stelt ze me gerust door te zeggen dat het vast allemaal wel goed komt. Ze herinnert me aan mijn plan om een Cambodjaans simkaartje te kopen, zo ben ik in ieder geval bereikbaar en kan ik Sopheap bellen als ik zijn hulp nodig heb.
De volgende ochtend staat er een meisje bij de receptie van het hotel dat mij met de scooter komt ophalen maar geen woord Engels spreekt. Ze geeft me haar telefoon. Het is Sopheap en hij vertelt dat dit meisje de zus van Nalise is, een lerares van BCDO. Zij moet ook naar BCDO en reist, tot mijn grote opluchting, met me mee. Na uren wachten lijkt de bus eindelijk te gaan vertrekken. Samen met tien andere Cambodjanen en een enorme voorraad rijst en bier zitten we opgepropt in het busje. Urenlang rijden we over onverharde wegen, totdat de bus tot stilstand komt bij twee mensen die aan de kant van de weg staan te wachten. Het blijken Nalise en Sopheap te zijn. Ik word zo vriendelijk en gastvrij ontvangen dat ik de spanning direct van me af voel glijden.
De eerste nacht slaap ik een bed zonder matras met alleen een dun matje over de lattenbodem. Ik leg alle kleren uit mijn tas in bed, ga er bovenop liggen en probeer zo weinig mogelijk te bewegen. Doordat er een open ruimte zit tussen het dak en de muren van het gebouw, hoor ik de hele nacht het geblaf van de straathonden en het gekraai van de hanen van de buurman die hanengevechten organiseert. Om zes uur gaat de wekker, ik heb geen oog dichtgedaan maar over een uur komen de kinderen en gaat mijn eerste les beginnen. In de ochtend zijn de lessen voor de jongste leerlingen. Een groep van 20 kinderen van 5/6 jaar oud kijkt mij met grote ogen aan. We zijn de eerste tien minuten zoet met het uitspreken van mijn voor hen onbegrijpelijke naam. Vanwege de taalbarrière probeer ik vooral te lachen en dat werpt al snel zijn vruchten af. Sopheap vraagt de kinderen wat ze van de nieuwe juf vinden en een meisje antwoordt dat ze de juf leuk vindt omdat ze veel lacht. Anderen zijn verlegen en kruipen dicht tegen een vriendje of vriendinnetje aan als ik in de buurt kom. We schrijven wat woorden op het bord, lezen de woorden samen hardop en daarna één voor één. De kinderen hebben alleen een schriftje en een pen. Er is één boek voor de docent dat gebruikt wordt voor de grammatica en om wat oefeningen uit te maken en verder is het vooral veel improviseren met liedjes en spelletjes. In het klaslokaal is het snikheet, de lokalen zijn deels open en er is geen ventilator.
Na drie lessen in de ochtend is het tijd voor de middagpauze. Nalise bereidt een heerlijke lunch met rijst, groenten en ei. In de middag zijn er nog drie lessen met oudere leerlingen. De laatste les vind ik het leukst, dit zijn de meest gevorderde leerlingen en een aantal van hen zijn enorm gemotiveerd om de taal te leren en we kunnen samen eenvoudige gesprekjes voeren. Ook buiten de les willen deze leerlingen graag hun Engels oefenen, als ik ze op de markt of onderweg naar huis tegenkom, gebaren ze dat ik bij ze moet komen zitten. “Teacher, let’s speak English!”. Leuk is ook om de trotse blikken van de ouders te zien, hun zoon of dochter spreekt Engels en dat betekent een betere toekomst.
In de omgeving van de school is er bar weinig te doen buiten de lessen, vaak gaan we even op de scooter naar de markt om een ijskoffie te halen of naar zee om een kokosnoot te drinken. Zwemmen is er helaas niet bij, omdat de zee hier sterk vervuild is doordat iedereen zijn afval in het water dumpt. Maar het liefst breng ik zoveel mogelijk tijd door met lesgeven, ook al hoeven vrijwilligers in principe maar 3 uur werk per dag te werken.
Tijdens mijn laatste dagen bij BCDO, verlang ik hevig naar een echte douche en een normaal bed maar ik weet ook dat ik deze plek enorm ga missen. Ik heb er een prachtige tijd beleefd en het is een herinnering die ik nooit meer zal vergeten. De blije kindergezichtjes wanneer we samen liedjes zingen en spelletjes doen en de bijzondere vriendschap met Nalise en Sopheap en een paar van de oudere leerlingen maken mijn tijd in Cambodja misschien wel de bijzonderste ervaring van mijn wereldreis. Ik ontvang zelfs nog af en toe een berichtje via Facebook van de leerlingen en ben al twee keer uitgenodigd voor een bruiloft! Ik zou er heel graag nog eens terug gaan, maar dan met een koffer vol schoolboeken.
Als je vrijwilligerswerk wilt doen, lees je dan goed in. Vrijwilligerswerk in een weeshuis in Cambodja is bijvoorbeeld vaak geen goed idee. Veel kinderen in deze weeshuizen zijn niet eens wees, maar komen hier terecht onder valse voorwendselen of omdat ouders hier geld voor ontvangen. De school waar ik vrijwilligerswerk heb gedaan, maakt geen deel uit van het reguliere onderwijs maar is een plek waar kinderen na school naar toe gaan om Engels te leren. De financiële bijdrage die ik voor mijn verblijf heb betaald (en het matras voor het verblijf van de vrijwilligers dat ik als afscheidscadeau geef) was essentieel voor het voortbestaan van de school. Vaak is zo’n bijdrage belangrijker dan het werk of de kennis die je meebrengt. Verwacht daarom niet erg gratis te kunnen werken, maar wees ook voorzichtig met internationale vrijwilligersorganisaties die hoge bemiddelingskosten vragen waarvan slechts een klein deel bij de locale organisatie terecht komen.
Als je door Azië reist, kom je naast het wel of niet doen van vrijwilligerswerk vaak ook in aanraking met een ander dilemma, namelijk geef je wel of niet aan kinderen die bedelen? Collega-blogger Daisy schreef een artikel over snoep uitdelen op reis.